- Waar gaat je boek over? Wat voor boek moet het zijn? Als je nog niet weet waar je over gaat schrijven, is het nu de tijd om het te gaan bedenken. Zet op papier of jouw schrijfsel een verhaal of een boek wordt, hoelang je ongeveer wilt maken, voor welke leeftijdsgroep je het schrijft en wat voor thema het boek heeft. Wordt het een roman, fantasy of een spannend verhaal? Denk er goed over na. Je kunt nu ook de titel al verzinnen, maar dat is geen vereiste. Denk alles goed uit, neem er de tijd voor. Je hebt geen haast – als het goed is. Zoek desnoods op het internet naar inspiratie, lees real-life verhalen in tijdschriften, kijk naar kleine details uit je eigen leven. Let op: inspiratie. Ideeën opdoen. Letterlijk dingen overnemen is niet de bedoeling!
- Heb je al een idee in je hoofd? Mooi zo. Tijd om alles te gaan opschrijven. Uit eigen ervaring weet ik hoe vervelend het kan zijn als je dat niet doet. Je raakt in de war, gaat fouten maken en wanneer je een beetje pech hebt, komt het helemaal niet meer goed. Maak een overzicht, waarin je globaal schrijft wat er per hoofdstuk gebeurd. Vergeet ook niet om de data ernaast te schrijven. Dit hoef je niet per sé in je verhaal te verwerken, maar werkt heel handig als geheugensteuntje. Zeker wanneer je verhaal een langere periode beschrijft, is dit handig. Zo sla je bijvoorbeeld niet de verjaardag van de hoofdpersoon over en weet je ook precies wanneer welk seizoen aan de gang is. Wel zo fijn dat niet ‘de eerste bladeren beginnen te verkleuren’ terwijl het eigenlijk al lente is. Houd in gedachten dat je lezer jouw verhaal/boek aan één stuk door leest, terwijl jij soms weken of maanden aan je verhaal werkt.
- Deze stap en stap twee kunnen met elkaar verwisseld worden, maar ik denk liever eerst mijn verhaallijn uit voordat ik aan het uitwerken van mijn personages begin. Ten eerste omdat je tijdens het uitdenken van je verhaallijn, automatisch met een hoofdpersoon begint. De sidekicks en andere belangrijke personages, zoals de ‘gemenerik’ of pestkop, maar ook minder belangrijke rollen verzin je haast automatisch. Maar of je nu al een idee hebt van je hoofdpersoon of niet: pak een vel papier en schrijf alles op wat je van je personage weet. Zo uitgebreid mogelijk. Het zijn de details die je personages realistisch maken, dus besteed ook daar aandacht aan. Zoals Ron Wemel die altijd vuurrode oren krijgt wanneer hij zich schaamt of boos wordt, kan jouw personage net zo goed een vuurrode neus kijken of rode vlekken in zijn hals. Of hij/zij gaat stampvoeten, gaat nerveus aan de mouwen van zijn/ haar shirt plukken of likt aan zijn/haar lippen. Denk aan hobby’s, interesses, dingen die zij/hij haat, ex-vrienden, ingewikkelde familierelaties. Laat je fantasie los!
- De laatste stap voordat je gaat beginnen met schrijven. Kijk nogmaals naar je personages, naar hun ingewikkelde verleden. Begin daarna met het ‘oefenschrijven’. Je kiest een belangrijke personage uit (om bij de Harry Potter-voorbeelden te blijven, kies bijvoorbeeld Hermelien) en schrijft een paar honderd woorden vanuit zijn/haar perspectief. Deze stap is niet verplicht, maar wel erg nuttig. Je leert zo meer personages heel goed kennen, waardoor ze meer diepgang in het verhaal zullen krijgen en dat zal je verhaal weer beter maken. Het krijgt meer diepgang. Je kunt dit voor een aantal personages doen, maar neem niet teveel hooi op je vork. Een verhaal kan maar een beperkt aantal hoofdpersonen aan. Anders wordt het algauw ingewikkeld. Wanneer je wel voor veel personages kiest, zorg er dan voor dat ze ieder uniek zijn op een andere manier. Geef ze een bijzondere naam, een bijzonder uiterlijk en laat ze bijzondere dingen doen. Als we weer naar Harry Potter kijken: ik heb nooit ook maar één naam door elkaar gehaald. Dat komt omdat Draco, Sneep, Hagrid, Perkamentus (etc…) in het boek net dat extra’s kregen, door hun bijzondere uiterlijk, hun bijzondere gedrag en de geweldige manier waarop dit beschreven werd.
Tijd om te gaan beginnen met schrijven! Succes!
No comments:
Post a Comment